"Meer dan 20 jaar ben ik nu gestabiliseerd maar ik ga nog elke week naar de AA. Genezen doe je nooit. Hou ik het niet levendig, dan haalt die tweede persoonlijkheid weer de bovenhand. Want controle heb ik niet, die is volledig weggedronken."
Aan het woord is dokter Y, chirurg en tot in 2000 alcoholist en polytoxicomaan. Na opname en behandeling in het psychiatrisch ziekenhuis van Tienen is hij nu meer dan 20 jaar sober.
"Ik moet het wel in het juiste perspectief blijven bekijken anders komt alles terug", getuigt hij. "Was het zo erg? Eentje kan toch geen kwaad? Zodra deze gedachtegang de bovenhand haalt en ik vergeet tot wat het geleid heeft, is het hek van de dam. Daar ben ik rotsvast van overtuigd. Het is nooit gedaan, therapie is blijvend nodig."
Dom vehikel
In zijn jeugd was dokter Y naar eigen zeggen vrij timide en angstig. "Ik studeerde heel goed maar er waren problemen thuis. Aan mij om ze op te lossen. Men hemelde me op als de ideale zoon. Op 17-18 jaar blokten mijn vrienden met koffie. Ik moest zelfs tijdens de examens 's avonds toch enkele pinten hebben. 's Nachts na de studies ging ik op café en de volgende dag kon ik er weer tegen. Zo maar een glaasje drinken voor de smaak deed ik niet. Ik dronk steeds ' medicamenteus', voor het roeseffect. Wat je zoekt, is het goede gevoel ontremd te zijn. Ik wist toen al dat ik een afhankelijkheidsprobleem had. En dat vervulde mij met schaamte en een minderwaardigheidsgevoel. Dit verschrikkelijke geheim drukte steeds op mij."
Dokter Y: "Een verslaafde arts vindt het ongepast om al 's ochtends te drinken. Dat ruiken de mensen. Daarom zal hij dikwijls de dag starten met benzodiazepines om geen afkickverschijnselen te hebben. Zo stelt hij zijn drinken uit tot later op de dag. Ook die middelen zijn zeer verslavend. Komt bij dat de toegankelijkheid tot opiaten e.d. zeer groot is. Dikwijls gaat het dan om polytoxicomanie, zoals bij mij. Je bent niet verslaafd aan iets, je bent een verslaafde. Je bent niet vrij. Roesmiddelen bepalen je leven, voortdurend is er de angst om zonder te vallen. Dat is heel stresserend: werken én gebruiken Je wilt wel stoppen maar als je stopt, voel je je slecht. Dus gebruik je weer. Ik had continu schrik van de afkick."
Geschorst
Vier keer werd dokter Y opgenomen, de eerste keer in 1989. "Uit schaamte ging ik na elke opname zonder hulp van anderen nuchter blijven. Niemand mocht echt weten wat me was overkomen, of wat ik allemaal gedaan had onder invloed. We spraken er niet meer over. Ik voelde me goed natuurlijk. Fysisch ben je ontwent, je kan terug eten, het smaakt opnieuw, iedereen blij. Ook de familie is beschaamd en zwijgt. Maar op uw eentje is het heel moeilijk om comfortabel nuchter te blijven."
Op een bepaald moment zat dokter Y zo diep dat hij zich aanbood bij de lokale AA. "De eerste keer kon mijn anonimiteit me niet veel schelen. Ik was volledig gevloerd en verslagen en bereid tot alles. Ik ging ervan uit dat ik als laatste wist hoe erg het met mij gesteld was. Achteraf bleek dat ook. Men ontving me goed; er waren wel twee mensen aanwezig die ik geopereerd had. Maar al bij al is mijn verleden nooit tegen mij gebruikt. Het had nooit negatieve gevolgen, ook niet in het ziekenhuis. Voorwaarde is wel dat je het spel eerlijk speelt en niet meer drinkt of gebruikt."
Dokter Y werd wel geschorst. Tot drie maand voordien had hij nog een drukke agenda met raadplegingen en operaties. "Het is verbazend hoelang je kan doorgaan. Waarschijnlijk op routine. De anesthesisten wisten wel dat er iets aan de hand was. Maar ik deed drie operaties per dag en dat brengt op. Zodra er echter iets gebeurt, trekt iedereen zijn paraplu open. Dan sta je meteen alleen."
Na een ontwenningskuur mocht de chirurg opnieuw aan de slag in het ziekenhuis. "Het contract hield in dat men me dagelijks mocht controleren op alcohol, benzodiazepines en opiaten. Enkele malen zijn leden van de raad van beheer plots op raadpleging verschenen. Eigenlijk dus om mijn adem te ruiken."
De laatste vijf, zes jaar voor ik afkickte was ik continu depressief
Burn-out
"De laatste vijf, zes jaar voor ik afkickte was ik continu depressief", aldus dokter Y. "Ik sleepte mij naar mijn werk. Die depressie was echter secundair en volgens mij is ook burn-out vaak een vlag die de lading niet steeds dekt. Middelengebruik dient men eerst uit te sluiten. Nogal wat collega's zijn mijns inziens niet burn-out maar verslaafd. Alcoholisten, zeker artsen, zijn daar enorm beschaamd over. Ze verbergen het en compenseren hun verslaving en minderwaardigheidsgevoel door in hun beroep te excelleren en zeer hard (mateloos?) te werken. Waarmee ik niet zeg dat burn-out niet bestaat."
Ook nu nog gaat dokter Y vrijwel wekelijks naar de AA. "Nu vooral voor de anderen. Mensen hebben mij geholpen en ik weet hoe diep je kan zitten. Buiten de AA ben ik niet meer met drank bezig. Zou ik toch besluiten te drinken, dan is dat niet voor één glaasje wijn. Ik kan niet drinken, ik kan alleen zuipen. Voor de roes en mateloos. Idem met slaappillen en pijnstilling. Enkele keren werd ik eopereerd, eenmaal met majeure pijnstilling. Dan proef je de verboden vrucht terug. Dan was ik er weer dichtbij. Gelukkig was ik gewapend door de vergaderingen en besloot ik na enkele dagen eerlijk te zijn: nee ik hoef niets want de pijn is weg."
Het blijft opletten geblazen. "Blijven er na een feest nog halfvolle flessen achter dan giet ik ze leeg. Ik zet ze niet in de ijskast want 's nachts op mijn eentje... Ik wil niet met die flessen in discussie treden. Aangeleerde skills verhinderen dat ik terug ga drinken. Zou ik nu stoppen met de AA dan is het 99% zeker dat het spel ooit terug op de wagen zit. De behandeling zit echt in de groepstherapie. De oplossing komt uit jezelf en uit sociale interactie. Je moet durven je eerlijk en kwetsbaar op te stellen."
Dit artikel is verschenen in Artsenkrant van 18 februari 2021, die in het kader stond van burn-out en middelengebruik.
Comments