Pneumoloog dr. Isabelle Fabry beleefde professioneel en privé een moeilijke covidperiode en belandde als patiënt op haar eigen afdeling.
Geneeskunde is als een trein. Je springt erop, en die trein rijdt altijd maar verder, vertelt dr. Isabelle Fabry. Middenin de tweede covidgolf kreeg SARS-CoV-2 haar te pakken. "Toen ik thuis herstelde, na tien dagen opname in het ziekenhuis, viel een van mijn twee collega's ook uit. Van ons team bleef nog één collega over. Ik voelde de druk, vond dat ik het niet kon maken om nog veel langer thuis te blijven. Niet lang daarna ben ik dus opnieuw aan het werk gegaan. Eind december 2020 ben ik ziek geworden, in februari kwam ik met mondjesmaat consulteren, 6 maart was mijn eerste wacht - wat eigenlijk een relatief lange periode van afwezigheid is voor een jonge, gedreven persoon."
"Mijn indruk en aanvoelen is dat gezondheidszorg steeds meer alleen om managen en performantie draait, en steeds minder om de patiënt en de arts. Dat is misplaatst, vind ik, en ik heb het daar heel, heel moeilijk mee"
Strijd op twee fronten
Tijdens het gesprek zal ze een paar keer naar haar woorden moeten zoeken. "Dat is mijne covid, hé", verontschuldigt ze zich. Geheugenproblemen, zoals niet op woorden kunnen komen. Ze heeft er een tijd last van gehad. Nu kan ze nog steeds overmand worden door vermoeidheid en spierpijnen. "Er is nog relatief weinig geweten over hoe snel iemand gemiddeld herstelt van covid-19, of een volledig herstel überhaupt mogelijk is."
Covid was pompen of verzuipen, herinnert dokter Fabry zich. Als ze praat, lijkt het alsof diezelfde last opnieuw op haar schouders valt. "Tijdens die eerste covidgolf waren mijn collega's en ik op een gegeven moment elke dag van wacht. Het was alsof de dagen in elkaar overvloeiden. Op den duur wist ik zelfs niet meer welke dag we waren. De ritten naar het ziekenhuis waren heel eenzaam. Op straat zag je twee man en een paardenkop. Om vervolgens in het ziekenhuis overrompeld te worden. In het begin was er veel hulp van andere disciplines. Maar naarmate de glans en de adrenaline verdwenen, werd covidzorg 'iets dat erbij hoorde', en dan vooral voor de pneumologen."
"Mijn man, die orthopedist is, moest bijna verplicht thuisblijven. De kinderen moesten opgevangen worden. Er ontstond een spanningsveld. Ik moest strijden op twee fronten: in het ziekenhuis, maar ook thuis. Opdat mijn gezin een gezin kon blijven."
'Nee, het gaat niet'
Achteraf zeiden mensen tegen mij: 'Dat jij zo ziek geworden bent, dat kon niet anders, hé.' Mijn gezondheid was al een tijdje kwakkel. Ik ben 2020 gestart met een pneumonie. Geen dag ben ik thuis geweest. (snel) Dat is eigenlijk zot, hé. Datzelfde jaar, nog voor ik door covid-19 geveld werd dus, had ik ook twee keer zona."
"Toch kwam het voor mij als een verrassing om uitgerekend covid op te lopen. Je behandelt dagelijks covidpatiënten, doet uitermate je best om zelf niet besmet te worden, en net wanneer je de hele situatie gewoon bent, slaat het virus toe... thuis (klein lachje). Hoogstwaarschijnlijk bracht mijn dochter van zeven, een onschuldig kind, het binnen. Zij had een hoogrisicocontact gehad op school."
"Plots ben je patiënt op je eigen afdeling. Mijn collega-pneumologen waren heel bekommerd en lief. Aan het gezicht van de verpleegkundige zag ik: die is er hier slecht aan toe. Zelf voel je ook aan dat het niet gaat om een griepje van een week. Ik probeerde nog een planning op te stellen, om mijn werk toch gedaan te krijgen. Uiteindelijk dringt het besef door, nee, het gaat niet. Als arts neem je je voor om nooit ziek te worden. Maar op dat moment stootte ik op mijn eigen grenzen."
Cijfers, cijfers, cijfers
"De afgelopen periode heb ik me meermaals de bedenking gemaakt: misschien is die coronacrisis wel moeten gebeuren. Ik denk dat ik verkeerd bezig was. (ernstig) Wellicht zat ik dicht tegen een burn-out aan."
"Ik heb er lang over nagedacht wat mijn pad binnen de geneeskunde is, welke richting het beste bij mij past. Mijn keuze was dan ook heel erg bewust. Het is niet altijd een makkelijk traject geweest. Als jonge arts moet je naam maken, zorgen dat je op de kaart komt te staan. Ik ben de enige vrouwelijke specialist in een voor de rest mannelijk team. Dat is eerder uitzonderlijk omdat longziekten meer en meer een vervrouwelijkte discipline wordt. Ik heb mij destijds als vrouw meer moeten bewijzen, of zo ervaar ik het toch. Als ik een advies gaf, werd er in het begin bij mijn diensthoofd gepolst of het wel klopte."
"Je begint aan geneeskunde vanuit een roeping, maar algauw leer je dat je als arts bepaalde cijfers moet behalen. Maar als je pas afgestudeerd bent, ben je daar eigenlijk niet klaar voor. Het 'economische' luik van arts-zijn komt hoegenaamd niet aan bod in de opleiding."
"Mijn indruk en aanvoelen is dat gezondheidszorg steeds meer alleen om managen en performantie draait, en steeds minder om de patiënt en de arts. Dat is misplaatst, vind ik, en ik heb het daar heel, heel moeilijk mee."
"In onze sector zitten er minder artsen in het management. Vaak wordt onze inbreng of mening te weinig gevraagd, terwijl het over domeinen of thema's gaat die ons wel degelijk aanbelangen. In de beginperiode van covid moesten er ziekenhuisbreed snel en veel knopen doorgehakt worden, maar het is meermaals gebeurd dat ik me niet persoonlijk betrokken voelde. Dat is een bredere tendens. In coronatijden was het - zeker vanaf de tweede fase - bovendien moeilijk om medewerkers te blijven motiveren om zich flexibel in te zetten op de verschillende (covid)afdelingen."
Computerwerk
"Vanuit de overheid werd op een gegeven moment gepleit voor een gefaseerde heropstart van de niet-dringende zorg. Voortaan werd van ons verwacht dat we op twee gebieden - even goed - zouden functioneren. Op vlak van pathologie en opvolging is covid weinig uitdagend. Wat het uitdagend maakt, is de ondersteuning van patiënten. Ze voelen zich rotslecht. Daar wil je tijd in steken, als mens."
"Maar tot mijn ergernis eiste ook tijdens corona computerwerk veel aandacht op. Ik schat dat ik dagelijks, covidtijden of niet, een kwart van de tijd in de zaal spendeer, en de rest aan administratie. (klein lachje) Ik kom dagelijks niet aan 10.000 stappen, hoor. Als ik de ontslagbrieven bekijk van een inmiddels gepensioneerde collega: één A4'tje! Tegenover bijna vijf pagina's nu! Elke stap in het behandelproces moet traceerbaar zijn. Terwijl alle informatie in de computer zit! Soms vraag ik me af of dit nu is waarvoor ik zo lang gestudeerd heb. Ik zou gerust een deel loon willen inleveren opdat heel die administratieve rompslomp zou verdwijnen, in ruil voor meer patiëntencontact. (glimlacht) Dát zou de ideale wereld zijn."
"Wie ben ik alleen met mijn verzuchtingen? Artsen zitten te vaak alleen op een eiland, we zouden meer moeten samenkomen als groep"
Meer samenkomen
"Uit de confrontatie met mijn eigen feilbaarheid heb ik de nodige lessen getrokken. Twee weken grote vakantie? Voortaan nemen we er drie. De ene patiënt na de andere? Nee, ik neem er mijn tijd voor. Een ontslagbrief opstellen van een overleden patiënt terwijl er op dat moment nog andere patiënten onze zorg verdienen? Die brief kan wel een dag wachten..." (overtuigd) Ik neem me voor om het niet opnieuw crescendo te laten gaan. Ik ga sporten, heb een coach, doe aan meditatie en heb een hechte vriendengroep. Ik zorg voor mezelf. Er is immers niemand die zoveel van je houdt als jijzelf."
"Tegelijkertijd besef ik dat er zaken zijn die ik niet kan veranderen. Zeg nooit nooit, maar het duurt zeker een decade voor er verandering komt in de zaken die mij momenteel frustreren. Hopelijk daalt de administratiedruk, komt er een betere work-life balance en worden onze schouders niet hopeloos belast met 'randactiviteiten' die bij ons beroep komen te kijken. Zodat geneeskunde terug de kunst van het genezen en verbeteren van onze patiënten kan zijn. Wie ben ik echter alleen met mijn verzuchtingen...? Artsen zitten te vaak alleen op een eiland, we zouden meer moeten samenkomen als groep."
"Ik kan alleen leren om er mee om te gaan, denk ik. Ik trek mij op aan de patiëntencontacten. Dagelijks heb ik wel een interventie waarvan ik denk: keiknap! Wat is het fijn om mijn roeping weer te voelen! Om een diagnose te stellen, mensen daarin bij te staan, een behandeling te starten. Als ik een patiënt terugzie met goede resultaten, dan maakt mij dat oprecht gelukkig."
Dit verhaal verschijnt in het kader van de Artsenkrant-reeks 'Kwetsbaarheid & Veerkracht' waarin artsen vertellen over een moeilijke periode of ervaring in hun leven. Wil u ook graag uw verhaal vertellen? Neem dan contact op met redacteur emily.nazionale@roularta.be.
Een top dokter die inderdaad tijd voor je neemt en praat met je ook wanneer het slecht gaat vangt ze jou super op, dank je om ons zo mooi te ontvangen