Artsen hebben een groot risico op burn-out. Ook het risico op zelfdoding ligt bij artsen hoger dan gemiddeld. Daarom organiseerde Arts in Nood een webinar over ‘Omgaan met imperfectie, tekort en machteloosheid’.
Dokter Thomas Jansen, psychiater en gedragstherapeut aan het CGG en in de groepspraktijk Tumi Therapeutics, maakte het probleem concreet met een casus: een man van 26 jaar in het tweede jaar interne geneeskunde. Hij slaapt slecht – waarvoor hij zichzelf medicatie voorschrijft – en heeft concentratieproblemen. Hij twijfelt aan zijn competentie en denkt dat andere assistenten bekwamer zijn.
Enkele weken geleden is een patiënt onverwacht overleden en sindsdien heeft hij nachtmerries. Hij weet niet wat er is misgegaan, durft dit ook niet te vragen aan zijn supervisor. Hij gaat de familie van de patiënt uit de weg. Op de dienst is er een cultuur van hard werken. Hij heeft relationele spanningen omdat hij zoveel tijd in zijn werk stopt.
Niet alles op te lossen
Samen met psychiater-psychotherapeut Dirk De Wachter gebruikte Thomas Jansen deze casus om de mechanismen te illustreren die naar een burn-out leiden. Vaak wordt daarbij eerst naar persoonlijke factoren gekeken, zoals perfectionisme. Volgens Jansen zijn er drie types van perfectionisme.
“Enerzijds heb je mensen die voor zichzelf soms onrealistische doelstellingen zetten. Daarnaast zijn er mensen die voor anderen hoge doelstellingen opleggen en streng evalueren. Dat is vooral een risico als een supervisor zo iemand is. Een derde groep zijn mensen die hoge eisen voor zichzelf zetten, vanuit het – al dan niet terechte – idee dat anderen dat van hen verwachten. Het zijn vooral de mensen met dat ‘sociaal perfectionisme’ die een groot risico lopen op mentale problemen.”
De Wachter maakt de bedenking dat de idee dat alles op te lossen is, goede geneeskunde in de weg staat. “De dingen die kunnen opgelost worden, moeten inderdaad opgelost worden, maar de niet op te lossen zaken kunnen ook wel gedragen worden. We kunnen een mens met een infarct nadien verder begeleiden als zijn hartfunctie wat minder is, we kunnen een mens met een verslavingsproblematiek verder begeleiden, ook als er nog herval dreigt. Dat is het leven, maar het lijkt soms dat de geneeskunde zich naast het leven zet.”
Vooral mensen met ‘sociaal perfectionisme’ lopen een groot risico op mentale problemen
Omgaan met dat falen is natuurlijk geen uitnodiging om medische fouten te vergoelijken, zegt De Wachter. “Maar niet alles kunnen oplossen is eigen aan de geneeskunde, is eigen aan het leven. Af en toe lopen de dingen niet perfect, dat is de essentie van het bestaan. Dat is moeilijk. Dat kunnen delen met anderen, daar collegiaal en met anderen samen kunnen over spreken maakt het draagbaar.”
Een tweede persoonlijke risicofactor is te veel altruïsme. “Voor artsen is het uiteraard een goede eigenschap om met de ander in te zitten en andere mensen te willen helpen”, zegt De Wachter. “We moeten dat koesteren in een wereld die egocentrisch dreigt te evolueren. Maar te veel altruïsme betekent dat we ons zelf eigenlijk niet kunnen bij mekaar houden.”
Ook naar structuren kijken
De casus illustreert ook dat er meer meespeelt dan persoonlijke factoren. “We moeten ook naar systemische oorzaken kijken. Ik denk onder andere aan de medische cultuur, de werkomgeving en het gezondheidssysteem”, stelt Jansen. Volgens Dirk De Wachter is er op dat vlak wel een omslag bezig. “De vorige generatie artsen werkten soms dag en nacht terwijl hun partner voor het huishouden zorgde. Dat wereldbeeld is veranderd. Dus moeten we nieuwe evenwichten zoeken tussen privé en werk, tussen man en vrouw, tussen zorg voor de kinderen, enzovoort. En het is absoluut geen goeie zaak als oudere collega’s daarop commentaar gaan geven.”
De juridisering van de maatschappij maakt het voor artsen moeilijk om in het reine te komen met eventuele fouten, zegt De Wachter. “Zo is de vreemde situatie ontstaan dat een arts zich niet mag verontschuldigen tegenover een patiënt omdat hij daarop juridisch kan afgerekend worden. Die juridisering staat eigenlijk de menselijke communicatie in de weg. We mogen geen excuses aanbieden, want dan kan de advocaat van de tegenpartij je daarop pakken. Dat is een heel moeilijke zaak.”
Praten met collega’s
Uit de literatuur blijkt dat artsen het vaak moeilijk hebben om kwetsbaarheid te tonen, zegt Jansen. Praten over psychische problemen met medewerkers en collega’s is nog te vaak een taboe, en artsen wachten te lang om professionele hulp te zoeken. “We hebben een zwaar beroep, dus het is ook niet beschamend om daar af en toe het moeilijk mee te hebben en hulp nodig te hebben.”
Dit artikel is verschenen in Artsenkrant van 16 maart 2023.
Voor meer webinars van Arts in Nood over zelfzorg voor en mentaal welzijn van artsen, zie: Artsinnood.be/events of Healthspace/Webinars.
Comments